Bedrijfslogo van Berger Maritiem met een groen blad dat duurzame maritieme innovatie en oplossingen symboliseert.
Logo van Berger Maritiem met een groen blad dat symbool staat voor duurzame innovatie en oplossingen in de maritieme sector.
Droogladingtanker met open ruimen vol kolen op GTL-diesel vaart emissiearm door kanaal met stedelijke bebouwing

GTL in de binnenvaart: schonere diesel zonder motoraanpassingen

Auteur: Jeroen Berger • Publicatiedatum:

GTL (Gas-to-Liquid) is een synthetische dieselbrandstof die zonder technische aanpassingen kan worden toegepast in conventionele binnenvaartmotoren. De brandstof wordt geproduceerd uit aardgas via het Fischer-Tropsch-proces: een chemische omzetting waarbij methaan onder hoge druk en bij hoge temperatuur wordt omgezet in vloeibare paraffinische koolwaterstoffen. GTL is geurloos, zwavelvrij (minder dan 5 ppm), arm aan aromaten (< 1 %) en volledig mengbaar met fossiele dieselbrandstof.

Dankzij het hoge cetaangetal (75–80) en het lage aromaatgehalte verbrandt GTL stiller en schoner dan conventionele diesel. In de praktijk leidt dit tot minder roetvorming, een merkbare reductie in geurhinder en een afname van het motorgeluid met maximaal 4 decibel bij deellast. Omdat GTL compatibel is met bestaande motorconfiguraties, is er geen aanpassing nodig aan injectietiming, compressieverhouding of brandstofdistributie.

Voor binnenvaartschepen die opereren in emissiegevoelige zones zoals stedelijke waterwegen, binnenhavens en overslaggebieden, biedt GTL een direct toepasbare oplossing. De brandstof voldoet aan de Europese norm EN 15940:2016 voor paraffinische diesel uit syntheseroutes en mag wettelijk worden gebruikt in bestaande dieselmotoren, mits de fabrikant dit expliciet toestaat.

In dit artikel analyseren we de chemische eigenschappen, emissieprestaties en operationele toepasbaarheid van GTL in de binnenvaart. Daarbij plaatsen we de brandstof binnen de bredere context van de energietransitie, waarin retrofit, nabehandeling en alternatieve aandrijving niet altijd (direct) haalbaar zijn.

Schonere verbranding en minder motorlawaai

De chemische zuiverheid van GTL zorgt aan boord direct voor merkbare voordelen. Doordat de brandstof vrijwel geen zwavel of aromaten bevat, ontstaat veel minder roet bij de verbranding en blijven verbrandingsresten grotendeels achterwege. Daardoor blijven injectoren, zuigerveren en uitlaatkleppen schoner, raken uitlaatkanalen minder snel vervuild en verkleurt de motorolie trager. Dat is een duidelijke aanwijzing dat schadelijke verbrandingsresten het carter nauwelijks bereiken.

Het hoge cetaangetal zorgt voor een snelle en gelijkmatige ontbranding van de brandstof. Hierdoor loopt de motor rustiger, met minder trillingen en minder ‘dieselklop’. In de praktijk leidt dit tot merkbaar minder motorgeluid tijdens manoeuvreren of stationair draaien, vooral in stille of dichtbebouwde vaargebieden.

Wel vraagt GTL extra aandacht bij oudere motoren die lange tijd op aromaatrijke diesel hebben gelopen. De zuiverdere samenstelling kan bepaalde rubberonderdelen aantasten, zoals slangen, keerringen of O‑ringen. Bij twijfel is het raadzaam deze te inspecteren en zo nodig te vervangen door materialen die bestand zijn tegen GTL, zoals fluorrubber (FKM) of gehydrogeneerd nitrilrubber (HNBR).

Minder uitstoot, zonder aanpassingen aan het uitlaatsysteem

Uit onafhankelijke praktijktesten blijkt dat GTL de uitstoot van schadelijke stoffen merkbaar verlaagt, zonder gebruik van roetfilters of SCR‑katalysatoren. Afhankelijk van het motortype en de belasting zijn reducties gemeten tot wel 50 % minder fijnstof (PM), 5 tot 30 % minder stikstofoxiden (NOx) en 30 tot 50 % minder koolmonoxide (CO) en onverbrande koolwaterstoffen (HC). Deze metingen zijn uitgevoerd bij representatieve deellast, onder omstandigheden die overeenkomen met normale vaart.

De emissiewinst is te danken aan de chemische samenstelling van GTL. Doordat de brandstof vrijwel geen zwavel (< 5 ppm) en nauwelijks aromaten (< 1 %) bevat, verloopt de verbranding veel schoner. Dit zorgt voor zichtbaar helderdere uitlaatgassen, vrijwel geen zwaveloxide (SOx) en merkbaar minder geurhinder, vooral bij stationair draaien, afmeren of manoeuvreren in gevoelige gebieden zoals binnensteden, havens en overslaglocaties.

GTL draagt daarmee direct bij aan schonere lucht rond het schip. Het blijft echter een fossiele brandstof: aan de totale CO2-uitstoot over de hele keten (‘well‑to‑wake’) verandert niets. Daarom helpt de brandstof vooral om de lokale luchtkwaliteit te verbeteren, maar speelt geen rol in structurele klimaatdoelen.

Betrouwbaar in de praktijk, ook bij kou en zonder systeemaanpassing

GTL blijft vloeibaar tot temperaturen rond –20 °C (CFPP < –20 °C). Daardoor start de motor ook onder winterse omstandigheden betrouwbaar, zelfs bij vorst. Dit maakt de brandstof geschikt voor uiteenlopende scheepstypes, van vrachtschepen die het hele jaar door varen tot seizoensgebonden passagiersschepen, pontons of drijvende werktuigen die onder verschillende weersomstandigheden actief zijn.

Bij de eerste overstap op GTL is het belangrijk extra aandacht te geven aan het brandstofsysteem. Omdat GTL oude afzettingen in tanks en leidingen kan losmaken, vooral bij motoren die lange tijd op gewone diesel hebben gedraaid, is inspectie van de brandstoffilters in de eerste 50 bedrijfsuren essentieel. Door filters preventief te vervangen voorkomt u verstoppingen en onverwachte stilstand.

Een groot voordeel van GTL is de volledige compatibiliteit met gewone diesel (EN 590). U kunt GTL probleemloos bijmengen of volledig overstappen zonder tankreiniging, systeemaanpassing of herkalibratie van de motor. Dat maakt de brandstof eenvoudig toepasbaar, zowel op individuele schepen als bij bredere invoering in de vloot, ongeacht bunkerplanning of brandstofvoorraden.

Kosten, beschikbaarheid en beleidskader

Hoewel GTL technisch betrouwbaar is, blijft de economische inzetbaarheid een aandachtspunt. Het productieproces (Fischer‑Tropsch) kost veel energie, waardoor GTL duurder is dan gewone diesel. Bovendien levert GTL per liter iets minder energie op, wat resulteert in een 5 tot 10 % hoger verbruik. Binnenvaartschepen hebben daardoor een kortere actieradius per bunkering, wat vooral relevant is bij beperkte tankcapaciteit of grote afstanden tussen bunkerstations.

Een vlotte operatie vraagt daarom om goede planning van routes, voorraden en bunkermomenten. Die noodzaak wordt versterkt doordat GTL momenteel slechts beperkt beschikbaar is, bijvoorbeeld in Zwijndrecht, Heijningen en het Rotterdamse havengebied. Bij vlootbrede toepassing kunnen extra opslagvoorzieningen aan boord of aan de wal nodig zijn.

GTL voldoet aan de Europese brandstofnorm EN 15940 en is daarmee wettelijk toegestaan in de binnenvaart, mits de motor geschikt is voor paraffinische diesel. Dat betekent dat bestaande motoren zonder technische aanpassingen op GTL kunnen draaien.

Toch zijn er beleidsmatige beperkingen. Omdat GTL uit fossiele bronnen wordt gemaakt, valt het niet onder Richtlijn (EU) 2018/2001 (RED II). Daardoor komt u in Nederland niet in aanmerking voor Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE’s) en zijn er geen fiscale of certificeringsvoordelen verbonden aan het gebruik van GTL.

GTL wordt wel erkend als tijdelijke maatregel binnen programma’s zoals de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens. Voorwaarde is dat het gebruik past binnen een route naar écht duurzame aandrijving zoals HVO, waterstof of ammoniak. Alleen wanneer GTL onderdeel is van een strategisch stappenplan richting emissievrije technologie blijft de inzet beleidsmatig verdedigbaar als tussenoplossing binnen de energietransitie.

Ervaringen uit de praktijk: betrouwbaar en merkbaar schoner

Uit praktijktesten blijkt dat GTL goed functioneert in bestaande binnenvaartmotoren, zonder dat technische aanpassingen nodig zijn. In testprogramma’s van onder andere Shell zijn onder realistische omstandigheden aanzienlijke emissiereducties gemeten, tot 59 % minder fijnstof (PM) en 38 % minder stikstofoxiden (NOx), zonder inzet van uitlaatgasnabehandeling. Deze resultaten tonen aan dat GTL ook in conventionele motoren lokaal daadwerkelijk effect heeft.

Een concreet voorbeeld is de ChangeTL-pilot van Danser Group in 2019. Hier werd een mengsel getest van 80 % GTL en 20 % biobrandstof. De blend functioneerde technisch stabiel, mits er geschikte additieven voor smering en oxidatiestabiliteit werden gebruikt. Wel bleek dat sommige oudere motoren gevoelig waren voor materiaalveranderingen, waardoor keerringen soms moesten worden vervangen bij de overstap van aromaatrijke diesel naar paraffinische GTL.

Ook demonstraties in stedelijke vaargebieden bevestigen dat GTL niet alleen technisch betrouwbaar is, maar ook merkbaar bijdraagt aan betere arbeidsomstandigheden. Minder rook, geur en geluid zorgen voor een aangenamer werkklimaat aan boord. Tegelijkertijd neemt de maatschappelijke acceptatie van binnenvaartactiviteiten toe, wat steeds zwaarder weegt in vergunningprocedures en beleidsafwegingen.

GTL als tijdelijke oplossing binnen de energietransitie

GTL is geen eindoplossing, maar een overbrugging. Alleen wanneer het gebruik ervan past binnen een route naar emissievrije aandrijving behoudt de brandstof haar plaats binnen de langetermijnplannen voor klimaatneutrale scheepvaart.

Alternatieven zoals HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) bieden bijvoorbeeld wél ketenbrede CO2-reductie: doorgaans tussen 40 en 90 procent, afhankelijk van de gebruikte grondstof en certificeringsmethode. Deze brandstof wordt erkend als hernieuwbare energie onder Richtlijn (EU) 2018/2001 en telt mee in de nationale doelstellingen voor hernieuwbare transportenergie.

GTL daarentegen verlaagt uitsluitend de lokale emissies, maar heeft geen invloed op de totale CO2-uitstoot van bron tot verbranding. In dat licht blijft GTL vooral geschikt als tijdelijke oplossing wanneer overstappen op HVO of andere emissievrije aandrijving operationeel of financieel nog niet haalbaar is.

Veelgestelde vragen (FAQ) over GTL in de binnenvaart

GTL staat voor Gas-to-Liquid: een synthetische dieselbrandstof die wordt geproduceerd uit aardgas. Dit gebeurt via het Fischer-Tropsch-proces, een chemische omzetting waarbij gas onder hoge druk en temperatuur wordt omgezet in vloeibare brandstof. Het resultaat is een extreem zuivere diesel: vrijwel geurloos, zwavelvrij (minder dan 5 ppm) en met een zeer laag aromaatgehalte (minder dan 1 procent).

Dankzij deze samenstelling verbrandt GTL schoon en stil. De brandstof voldoet aan de Europese norm EN 15940 voor paraffinische diesel en is daarmee wettelijk toegestaan in de binnenvaart. GTL is volledig mengbaar met gewone diesel en direct inzetbaar zonder aanpassingen aan motor of systeem. Dat maakt het een toegankelijke optie voor schepen die hun uitstoot willen verlagen zonder te investeren in retrofit of nieuwe aandrijftechniek.

Ja, GTL is een zogenoemde drop-inbrandstof. Dit houdt in dat u het direct kunt gebruiken in bestaande motoren, zonder aanpassingen aan het brandstofsysteem, de injectoren of de motorkalibratie. De brandstof is volledig mengbaar met gewone diesel volgens EN 590 en functioneert betrouwbaar in zowel voortstuwingsmotoren als hulpmotoren. Daarmee is de overstap eenvoudig voor vrijwel elk type binnenvaartschip.

Bij oudere motoren van vóór de CCR2-norm is wel extra aandacht nodig. Omdat GTL geen aromaten bevat, kan dit invloed hebben op rubberonderdelen die jarenlang met aromaatrijke diesel in contact zijn geweest, zoals keerringen, slangen of O-ringen. In die gevallen is het verstandig om de conditie van deze onderdelen vooraf te controleren. Zijn ze verhard of beschadigd, vervang ze dan door chemisch bestendige alternatieven zoals fluorrubber (FKM) of gehydrogeneerd nitrilrubber (HNBR). Zo voorkomt u lekkages en blijft het systeem bedrijfszeker.

GTL-brandstof verlaagt de uitstoot van schadelijke stoffen aanzienlijk, met name bij motoren zonder uitlaatgasnabehandeling en onder stabiele deellastcondities zoals veel voorkomt in de binnenvaart. Uit praktijktesten blijkt dat het gebruik van GTL kan leiden tot een vermindering van fijnstof (PM) tot 59 procent, stikstofoxiden (NOx) tot 38 procent, en koolmonoxide (CO) en onverbrande koolwaterstoffen (HC) tot 50 procent. De uitstoot van zwaveloxiden (SOx) is vrijwel nihil dankzij het extreem lage zwavelgehalte van minder dan 5 ppm.

Deze winst is direct toe te schrijven aan de chemische samenstelling van GTL. Doordat de brandstof zwavelvrij is, nauwelijks aromaten bevat en bestaat uit paraffinische verbindingen, verloopt de verbranding roetarm en efficiënt. Dat resulteert in zichtbaar schonere uitlaatgassen en een merkbare verbetering van de luchtkwaliteit, vooral in stedelijke vaargebieden en milieuzones.

Nee. GTL is een fossiele brandstof en verandert de CO2-uitstoot over de volledige keten niet. De totale uitstoot van bron tot verbranding, ook wel well to wake genoemd, is vergelijkbaar met die van gewone diesel omdat de brandstof wordt gemaakt uit aardgas.

Alleen wanneer GTL wordt geproduceerd met technieken zoals carbon capture and storage (CCS), kan een deel van de CO2-uitstoot worden gecompenseerd. Maar deze toepassing is momenteel beperkt en zowel technisch als economisch nog niet breed inzetbaar.

Waar GTL wél in uitblinkt, is het verbeteren van de lokale luchtkwaliteit. Doordat de brandstof extreem schoon verbrandt, komen aanzienlijk minder roetdeeltjes (PM), stikstofoxiden (NOx) en geurstoffen vrij. Dat is vooral relevant in stedelijke vaargebieden of beschermde zones zoals Natura 2000, waar luchtkwaliteit een directe rol speelt bij vergunningverlening en milieubeoordelingen.

Ja. GTL voldoet aan de Europese brandstofnorm EN 15940 en is daarmee wettelijk toegestaan voor gebruik in binnenvaartmotoren. Ook binnen Nederlandse beleidsprogramma’s zoals de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens wordt GTL erkend als tijdelijke maatregel om emissies te verlagen.

Er geldt wel een belangrijke voorwaarde: GTL wordt uitsluitend beleidsmatig geaccepteerd als tussenoplossing binnen een bredere strategie richting CO2-neutrale of emissievrije aandrijving. Met andere woorden, het mag niet worden ingezet als eindoplossing, maar slechts als stap binnen de transitie.

Daarnaast geldt dat GTL vanwege zijn fossiele oorsprong niet valt onder Richtlijn (EU) 2018/2001 (RED II). Daardoor levert het geen Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE’s) op in het Nederlandse systeem voor hernieuwbare energie in transport. Er zijn dus geen fiscale of certificeringsvoordelen verbonden aan het gebruik van GTL.